Deze doordeweekse dag in het ziekenhuis was als elke andere: steriel, flets, doordrongen van de scherpe geur van ontsmettingsmiddel en het gedempte gezoem van menselijke angst. De lucht was zwaar van onuitgesproken vragen en onderdrukte angsten. In de wachtkamer zaten mensen, opgesloten in hun gedachten als in cocons. Sommigen scrolden door hun nieuwsfeeds, vluchtend voor de realiteit in de digitale ruis. Anderen fluisterden, wisselden fragmenten van diagnoses en vage hoop uit. Weer anderen staarden naar het patroon van het linoleum en telden in gedachten de scheuren alsof het seconden waren die hen scheidden van veroordeling of genade. De verpleegsters liepen voorbij in een vlaag van activiteit, witte gestalten met gezichten gemaskeerd door professionele onthechting. Artsen verschenen in deuropeningen, riepen achternamen, en iemand verliet geschrokken de relatieve veiligheid van de rij om het onbekende tegemoet te treden. Alles verliep zoals het hoorde, ordelijk en zielloos.
En plotseling werd deze sombere harmonie verbroken.
De deur van de kamer ging geluidloos open, alsof ze aarzelde de spanning die er hing te verstoren. Een oudere vrouw stond in de deuropening. Ze droeg een oude, verschoten jas, ooit misschien mosterdgeel, nu de kleur van een stoffige weg. In haar handen, gebald van nervositeit, klemde ze een versleten leren tas met gerafelde hoeken. Haar gezicht was gegroefd met rimpels, elk leek een verhaal uit het verleden, een nacht doorgebracht naast een operatietafel of het bed van een gedoemde patiënt. Maar haar blik… haar blik was kalm, diep, gevuld met een onpeilbare vermoeidheid. Er was geen agitatie in te bespeuren: alleen de stoïcijnse aanvaarding van alles wat het leven brengt.
Er viel een ongemakkelijke stilte in de kamer, al snel verbroken door gefluister. Hij glipte weg in de hoeken en sprong van de ene plastic stoel naar de andere.
« Kijk eens, een oma die verdwaald is, » grijnsde een jongeman in een trendy jasje zonder op te kijken van zijn scherm. « Denk je dat ze überhaupt weet waar ze is? »
« Misschien begint ze tekenen van seniliteit te vertonen, » fluisterde haar buurvrouw, een vrouw met felle lippenstift en koele ogen. « Kijk eens hoe ze gekleed is. Rechtstreeks uit een kringloopwinkel. »
« Ik vraag me af of ze zich het consult kan veroorloven, » onderbrak een derde man, terwijl hij een deskundige blik op zijn goedkope schoenen wierp. « Of kwam ze gewoon even binnen om op te warmen? »