De regenachtige middag
Het gebeurde op een regenachtige vrijdag na school. Het was net begonnen te regenen toen Leo en Amara naar de poort liepen, maar werden tegengehouden door een groepje oudere jongens.
De leider, Oliver Grant – zoon van een invloedrijk politicus – grijnsde.
« Hé, robotjongen, » zei hij. « Heb je je kleine liefdadigheidsproject bij je? »
Amara fronste.
« Opzij. »
Oliver pakte haar schetsboek en bladerde door de pagina’s. Hij barstte in lachen uit toen hij de tekeningen van Leo zag.
« Je tekent hem echt? Wat is hij – je wetenschappelijke project? »
Er knapte iets in Leo. Hij strekte zijn hand uit om het boek te pakken, maar Oliver duwde hem terug. Leo gleed uit op de natte tegels en viel hard op de grond, het geluid van metaal echode door de gang. Er klonk gelach.
« Pas op, robotjongen! Geen kortsluiting! »
Amara verstijfde even – toen verhardden haar ogen. Ze liep recht op Oliver af, griste het schetsboek uit zijn hand en sloeg hem.
Het geluid klonk als donder door de gang.
« Denk je dat geld je beter maakt? » zei ze, trillend maar vastberaden. « Je bent de armste persoon die ik ooit heb ontmoet. »
Olivers gezicht betrok. Voor het eerst had hij niets te zeggen.
De video die overal heen ging
Geen van beiden wist dat een leraar alles had gezien – en dat de bewakingscamera alles had vastgelegd. De volgende ochtend stonden de beelden overal op sociale media: de klap, de val, het gelach en de moed van een meisje dat opkwam voor haar vriendin.
De clip ging viraal. Hashtags als #RobotBoyAndTheArtist en #StandTallLeo verspreidden zich razendsnel. Steunbetuigingen stroomden binnen van studenten uit het hele land.
Zelfs Richard Thompson, zittend in zijn kantoor in het penthouse, zag de video. Voor het eerst in jaren zag hij niet alleen de prothese van zijn zoon, maar ook de kracht van zijn zoon.
Diezelfde avond boekte hij de vroegste vlucht naar huis.
De terugkeer van een vader
Toen Leo die avond thuiskwam, zat zijn vader in de keuken te wachten, nog steeds in zijn pak, met Amara’s schetsboek in zijn handen.
« Ze is getalenteerd, » zei Richard zachtjes. « En dapper. »
Leo knikte. « Ja… dat is ze. »
Richard zweeg even, zijn stem was zachter dan Leo ooit had gehoord.
« Weet je, ik heb mijn hele leven wolkenkrabbers gebouwd. Maar zij leert me hoe ik iets kan bouwen wat ik nooit heb gekund: moed. »
Hij keek naar Leo’s been en toen naar de ogen van zijn zoon.
« Ik ben trots op je, zoon. »
Het was de eerste keer dat Leo deze woorden hoorde.