Ze veegde snel haar handen af en beklom de trap. In de kamer zat meneer Ernesto aan de oude tafel. Voor hem stond een houten kist, waarvan het slot open was.
« Doe de deur dicht, » zei hij zachtjes, « Kijk hier eens naar. Ik heb je hulp nodig, maar vertel het aan niemand. »
Lara stond op het punt meer vragen te stellen toen er plotseling een hard geluid beneden klonk – het geluid van een opengaande deur.
Haastig klonken voetstappen op de trap.
De slaapkamerdeur ging open.
Miguel stond daar, zijn shirt nog nat van de regen, zijn ogen rood.
Hij keek van zijn vrouw naar zijn vader en bleef toen staan bij de gesloten deur achter Lara.
« Wat is hier aan de hand? » –
Lara stamelde, zijn stem trillend van woede:
“Miguel… je bent naar huis gegaan, dacht ik—”
Maar Miguel onderbrak hem, liep rechtstreeks naar binnen en wees naar zijn vader:
« Pap, ik wil de waarheid horen. Waarom roep je Lara elke keer dat ik weg ben naar je kamer? Zeg niet dat het alleen om het huis gaat! »
De lucht werd dikker.
Meneer Ernesto stond op, zijn gezicht niet langer streng maar vermoeid.
Hij zuchtte, haalde het houten kistje eruit en opende het deksel.
Er zat een oud fotoalbum in, met zwart-witfoto’s van een jonge vrouw en gele letters.
“Dit is je moeder, zoon,” zei hij met gebroken stem.
“Ik wilde je een cadeau geven: een boek dat het verhaal vertelt van de liefde die je moeder en ik hadden voordat ze stierf.
Maar ik weet niet hoe ik moet schrijven, en ik weet ook niet hoe ik een plaatje moet kiezen.
Dus heb ik Lara om hulp gevraagd, maar ik wil niet dat je het weet.
Ik wil niet dat je gekwetst bent als je aan haar denkt.
Miguel was verbijsterd.