Hij draaide zich naar Lara.
Ze knikte, terwijl er tranen vielen.
« Pap, ik wil het je niet vertellen, want ik ben bang dat je weer verdrietig zult zijn. Ik wil papa alleen helpen het album af te maken dat hij je voor je verjaardag gaat geven. »
Miguel zakte in elkaar terwijl hij het album stevig vasthield.
« Vader, Lara… vergeef me. Ik dacht… dat je me verraadde. »
Lara verslikte zich in wat hij zei. Ernesto legde zijn hand op de schouder van zijn zoon en zei zachtjes: « Zoon, een vader die weet hoe te vergeven, heeft geen pijn meer. »
Die avond zaten ze met z’n drieën bij elkaar.
Op de tafel lagen oude foto’s van hun overleden moeder:
haar glimlach, haar haar, de vervaagde liefdesbrieven.
Lara hielp bij het ordenen van elke foto, Miguel schreef de bijschriften en Ernesto vertelde elke herinnering.
Elk verhaal was als een puzzelstukje dat het beeld van zijn overleden moeder vormde.
De deur naar de kamer die ooit gesloten was en vol geheimen, stond nu open en liet licht binnen in het kleine huisje.
Dat licht verdreef niet alleen de duisternis van misverstanden, maar verlichtte ook de liefde die in ieder mens leek te zijn ingeslapen.
En terwijl de regen die avond op de veranda van Quezon City viel, hoorden mensen gelach — niet hard, niet luidruchtig — maar genoeg om te weten: soms duurt het maar een seconde om familieliefde te begrijpen, maar het duurt een leven lang om die te behouden.