De kroonluchters glinsterden boven de grote hal van Charles Wentworths landgoed en wierpen gouden reflecties op het marmer. Het was geen gala of zakelijk diner, maar iets veel persoonlijkers.
Charles, een weduwnaar en miljardair van in de dertig, had drie vooraanstaande vrouwen bij hem thuis uitgenodigd. Veronica, elegant en gedurfd in karmijnrode zijde. Helena, elegant en verfijnd in smaragdgroen. En Catherine, sierlijk in roze satijn. Ze wisten allemaal waarom ze daar waren.
Deze keer was Charles niet op zoek naar een zakenpartner. Hij zocht iemand die zijn vrouw kon worden en, nog belangrijker, een moeder voor zijn éénjarige zoontje Ethan.
Ethan was het middelpunt van haar wereld: een kleine jongen met zachte krullen en nieuwsgierige ogen, die haar dagen vulde met vreugde en verlangen sinds de verdwijning van zijn moeder.
Aan het begin van de avond kroop Ethan over het dikke tapijt, terwijl hij in zichzelf babbelde. Charles glimlachte lichtjes. Hij had alle rijkdom die je maar kon wensen, maar zonder warmte thuis waren ze niet veel waard. Zijn grootste angst was iemand te kiezen die hem alleen als een titel zou zien, niet als een man.
De vrouwen kletsten beleefd, zich bewust van de onuitgesproken concurrentie.
Toen gebeurde er plotseling een klein wonder.
Ethan greep de rand van een lage fauteuil vast. Zijn beentjes trilden. En toen – stap voor stap – begon hij te lopen.
Veronica snakte naar adem en sprong toen overeind. Helena en Catherine volgden hun voorbeeld, hun ogen schitterden van geluk. Alle drie knielden ze voor hem neer, hun handen uitgestrekt en hun stemmen zoet als honing.
« Kom hier, mijn liefste, » zei Helena.
« Deze kant op, lieverd, » voegde Catherine toe.
« Loop naar tante Veronica, » spinde Veronica, haar glimlach perfect geoefend.
Charles’ borstkas kromp ineen, van trots… en een zeker ongemak. Wat het moment van zijn zoon had moeten zijn, leek nu op een toneelvoorstelling, waarbij elk gebaar werd omgevormd tot een kans om te schitteren.
Ethan bleef staan. Hij keek naar de drie vrouwen, hun met juwelen versierde handen naar hem uitgestrekt. Toen draaide hij zich om.
Met wankelende vastberadenheid liep hij over het tapijt – voorbij de zijden gewaden, de parfums en de geschilderde glimlachen – naar de hoek van de kamer.
Daar was Emily, het jonge dienstmeisje, rustig speelgoed aan het opruimen. Ze verstijfde toen Ethan naar haar toe strompelde en, voordat ze tijd had om te reageren, in haar armen viel.
Er viel een stilte in de kamer.