« Gaat het… dat je iemand bezoekt? »
Ze aarzelde en keek toen naar de steen naast de mijne.
« Ik kwam mijn zus bezoeken. Ze is omgekomen bij een auto-ongeluk… vier jaar geleden. »
Mijn hart zonk in mijn schoenen. Ik las de inscriptie: Gabriela Ramírez – 1992–2019. Dezelfde datum.
Mariana is overleden.
« Haar zus… is op dezelfde dag overleden als mijn vrouw. »
Haar ogen werden groot toen ze vroeg:
« Is jouw vrouw die dag ook overleden? »
Ik knikte en beschreef kort de tragedie. Haar ogen fonkelden toen ze lelies op Gabriela’s graf legde.
« Die dag ging Gabriela op reis met een vriendin… Ik had nooit gedacht dat het haar laatste reis zou zijn, » fluisterde ze.
Stilte daalde neer op de begraafplaats. Ik voelde een vreemde verbinding, alsof onze zorgen zich onverwachts met elkaar verweven hadden.
Toen we afscheid namen, zei ze tegen me:
« Ik ben Isabel. »
« Ik ben Daniel, » antwoordde ik.
We pauzeerden even en praatten over degenen die we verloren hadden. Ze beschreef Gabriela’s vreugde, haar optimisme, haar passie voor muziek. Ik sprak over Mariana’s tederheid, haar constante zorg voor anderen. Er was verdriet in onze ogen, maar ook tederheid toen we hen met liefde herdachten.
De volgende dag trouwden Laura en ik, omringd door familie en vrienden.