Leo stapte naar voren, strekte zijn armen uit en fluisterde: « Ssst, kleintje. » Hij wiegde haar zachtjes en neuriede een deuntje zo licht als een briesje. Binnen enkele ogenblikken gebeurde het ondenkbare: Lily’s snikken stopten, haar handjes ontspanden zich en haar ademhaling keerde terug naar een regelmatig, bijna slaperig ritme.
Het werd stil in de hut. Alle ogen waren gericht op de jongen die de baby van de miljardair vasthield alsof het zijn eigen baby was.
Voor het eerst in uren haalde Pascal adem. En voor het eerst in jaren begon er weer iets in hem te bewegen.
Hoop.
Pascal boog zich voorover, zijn stem zacht maar gehaast. « Hoe heb je dat gedaan? »
Leo haalde zijn schouders op en er speelde een flauwe glimlach om zijn lippen. « Soms hoeven baby’s niet ‘gefixt’ te worden. Ze moeten zich gewoon veilig voelen. »
Pascal bestudeerde de jongen. Zijn kleding, zijn gebaren, de manier waarop hij zijn versleten rugzak vasthield – alles sprak van ontberingen. Maar zijn woorden droegen een wijsheid met zich mee die zijn leeftijd ver te boven ging.
Terwijl het vliegtuig landde, nodigde Pascal Leo uit om naast hem te komen zitten. Ze spraken zachtjes met elkaar, terwijl Lily tussen hen in sliep. Geleidelijk aan ontvouwde Leo’s verhaal zich.
Hij woonde in Baltimore, opgevoed door een alleenstaande moeder die ‘s avonds in een restaurant werkte. Het was altijd krap bij kas, maar Leo had een gave: cijfers. Terwijl anderen voetbalden, vulde hij notitieboekjes die hij uit de vuilnisbak had gehaald met symbolen en vergelijkingen.
« Ik ga naar Genève, » legde hij uit. « Voor de Internationale Wiskunde Olympiade. Mijn buurt heeft genoeg geld ingezameld om mijn ticket te betalen. Ze zeggen dat als ik win, ik misschien een beurs krijg. Misschien een toekomst. »
Pascal knipperde met zijn ogen. Hij zag het nu: het vuur in de ogen van de jongen, dezelfde honger die hijzelf, de zoon van arme immigranten, ooit met zich meedroeg toen hij de zakenwereld beklom.
« Je doet me aan mezelf denken, » mompelde Pascal.
Bij de landing stond Pascal erop dat Leo in de buurt bleef. De volgende dagen, terwijl hij van de ene vergadering naar de andere met investeerders ging, vergezelde Leo hem – soms om voor Lily te zorgen, soms om oplossingen op servetjes te schrijven. De jongen was niet alleen getalenteerd. Hij was briljant.
Tijdens de Olympiade werden de ogen van de juryleden groot toen Leo niet alleen de moeilijkste problemen oploste, maar ze ook uitlegde aan de hand van concrete voorbeelden – luchtvaartmechanica, beursalgoritmes, slaapcycli van baby’s. De zaal barstte in applaus uit.
Toen ze de gouden medaille om zijn nek hingen, keek Leo om zich heen en zag Pascal in het publiek zitten, met Lily op zijn schoot. Voor het eerst in zijn leven voelde Leo zich niet als de arme jongen uit Baltimore.
Hij voelde zich herkend.
Op de avond van de ceremonie nodigde Pascal Leo uit voor het diner. Bij kaarslicht zat Lily te brabbelen in haar kinderstoel, haar handjes uitgestrekt naar de jongen die haar midden in de vlucht had gekalmeerd.
Pascal hief zijn glas, zijn stem trilde. « Leo, je hebt mijn dochter gered die nacht in het vliegtuig. Maar je hebt meer gedaan dan dat. Je hebt me eraan herinnerd waar ik vandaan kom – en wat er echt toe doet. Je bent niet alleen een genie. Je bent familie. »
Leo verstijfde, met zijn vork in de lucht. « Familie? »