Het was de dag waar ik sinds mijn kindertijd gedroomd had. Ik had alles tot in de kleinste details gepland, zelfs tot aan het laatste servetje op tafel. De sneeuwwitte jurk, het synthetische kapsel, de perfecte make-up, het delicate boeket in mijn handen – ik voelde me de heldin van mijn eigen sprookje. Mijn man en ik hadden net de ringen uitgewisseld en de zaal van het restaurant vulde zich met applaus. De bruiloft verliep perfect.

Op de binnenplaats van het restaurant stond een kleine fontein – een opvallende ontwerpkeuze. Het water was helder en koud, kabbelde zachtjes en gaf een elegante toets aan de zomerse sfeer. Heel dacht ik zelfs dat we prachtige foto’s zouden kunnen krijgen met de fontein als achtergrond.
Toen het tijd was om de bruidstaart aan te snijden, verzamelden alle gasten zich om ons heen met hun telefoons. Er klonken kreten als “Kus!”, gelach en muziek. Ik heb het mes gemaakt, mijn man heeft zijn hand op de mijne gelegd – en samen begonnen we het eerste stuk te snijden. Op dat moment tilde hij me plotseling op.
In eerste instantie glimlachte ik, denkend dat hij me romantisch wilde optillen. Maar binnen enkele seconden leek ik dat hij me niet naar de toost van de dansvloer bracht, maar… naar de fontein.
Ik had niet eens de tijd om te gillen. In een oogwenk plakte mijn jurk aan mijn lichaam, het water vulde mijn schoenen, mijn haar viel over mijn gezicht en mijn make-up liep uit. Het water was ijskoud, ondanks de zomerse warmte. De gasten verstijfden. Tegelijkertijd hun lach in te houden, anderen slaakten een kreet van schrik.
En hij… hij lachte. Hardop, uit volle borst. Hij vond het grappig.

Ik niet. Ik voelde me gekwetst en geëerd.
Ik had maandenlang naar deze dag toegeleefd. De jurk bijna een half jaarsalaris. De make-up, het kapsel – alles was perfect. Ik had gedroomd dat deze dag magisch zou zijn. En nu stond ik daar, druipend in ijskoud water, verrassend en diep betekenisd.
Ik stap uit de fontein, rillend, doorweekt tot op mijn huid. Tranen vermengden zich met de waterdruppels op mijn wangen. Mijn man lachte nog steeds en zei iets tegen zijn vrienden als: “Zie je wel, het is toch geweldig geworden?”
Maar ik was niet in de stemming voor grappen.
En toen daad ik iets waar ik geen moment spijt van heb. Ik deel mijn verhaal in de eerste reactie en hoop op jullie steun.