Drie jar had eerder de zee mijn man opgeëist.
Anthony was die ochtend vertrokken en zei dat het slechts een kort bezoek was voordat de storm toesloeg. Vanaf de horizon gloeide vurig rood – het soort waar zeelieden altijd bang voor zijn – maar hij kuste me alleen maar op mijn voorhoofd, glimlachte en zwoer dat het slechte weer hem nooit had beïnvloed. Die kus was het laatste moment dat we deelden.
En dan moet je later je laarzen op hun plaats zetten. Anthony was nergens te vinden. Als het te veel wordt opgeblazen, wordt het opgeblazen en wordt het vervangen door een groter deel van de lamp. Alleen het stille dek en de ruïnes van het leven dat we hadden gehad. Ik rouwde om hem als een vrouw die de hoop had verloren.
Uitsluitend ter illustratie