Miguel en ik waren zeven jaar getrouwd. Vanaf het begin, toen we trouwden, stemde ik ermee in om bij mijn schoonmoeder, Doña Carmen, te gaan wonen. Zij had een beroerte gehad, was aan één kant verlamd en had voor elke maaltijd en elk dutje constante zorg nodig. In het begin dacht ik dat het simpel was: zij was mijn schoonmoeder, ik was haar schoondochter, en voor haar zorgen was gewoon mijn verantwoordelijkheid.
Maar ik had nooit gedacht dat de last van deze verantwoordelijkheid zo lang op me zou drukken. En het moeilijkste was dat het terechtkwam bij degene die het met mij had moeten delen: mijn man, Miguel.