Twee weken voor de bruiloft van mijn zoon ging ik eindelijk op jacht naar een jurk.
Na een ontmoedigende ochtend vol slecht passende kleding en onflatteuze kleuren, stuitte ik op een klein boetiekje, verscholen tussen een koffiezaak en een sieradenkraam.
Zodra ik binnenkwam, zag ik meteen de jurk – een elegante, tijdloze blauwe jurk die precies was zoals ik me had voorgesteld.
Uitsluitend ter illustratie.
De stemming werd echter al snel bedorven door de jonge vrouw achter de toonbank, die luidkeels in haar telefoon zat te vloeken.
Toen ik vroeg of de jurk in mijn maat was, rolde ze met haar ogen, beëindigde het gesprek en mompelde: « Nog eentje. »
Toen zei ze met een grijns dat de jurk « me veertig jaar geleden misschien goed had gestaan. »
Toen ik probeerde de telefoon te pakken, griste ze hem uit mijn hand.