Héctor en ik waren vijf jaar getrouwd. Vanaf de eerste dag dat ik zijn vrouw werd, was ik gewend geraakt aan zijn koude woorden en onverschillige blikken. Héctor was niet agressief of luidruchtig, maar zijn apathie deed mijn hart met de dag een beetje meer zinken.
Na ons huwelijk verhuisden we naar het huis van zijn ouders in een wijk in Mexico-Stad.
Elke ochtend werd ik vroeg wakker om te koken, de was te doen en schoon te maken.
Elke avond zat ik te wachten tot hij thuiskwam, en hoorde ik hem zeggen:
« Ja, ik heb al gegeten. »