De baby was geen jongen. En erger nog: het was niet eens Daniels kind.
Volgens het ziekenhuis merkte de arts op dat de bloedgroep van de baby niet overeenkwam met die van beide ouders. Een DNA-test bevestigde later de waarheid: Daniel was niet de vader.
Het huis van de familie De Leon, dat voorheen bruiste van trots, werd angstvallig stil. Daniel voelde zich vernederd.
Beatriz, de vrouw die ooit verklaarde: « Wie een zoon baart, zal blijven », zakte in elkaar en moest in het ziekenhuis worden opgenomen.
Wat Carmina betreft, zij verdween met haar baby uit Manila en liet niets achter behalve gefluister.
Toen ik dit alles hoorde, voelde ik geen vreugde of triomf. Alleen vrede.
Want de waarheid is dat ik nooit behoefte aan wraak had. Het leven had op zijn eigen stille manier al voor gerechtigheid gezorgd.
Op een avond, toen ik mijn dochter – die ik Aria noemde – in bed stopte, keek ik naar de oranje lucht.
Ik streelde haar kleine wangetje en fluisterde: ‘Mijn liefste, ik kan je geen perfect gezin geven, maar ik beloof je dit: je zult in vrede opgroeien. Je zult leven in een wereld waar niemand gewaardeerd wordt om wie hij of zij is, maar om wie hij of zij werkelijk is.’
De lucht was stil, alsof de wereld luisterde. Ik glimlachte en veegde mijn tranen weg.
Voor het eerst waren het geen tranen van verdriet, maar van vrijheid.