Je komt een simpele optelling tegen zoals « 50 + 10 × 0 + 7 + 2 » en je denkt: het is simpel, zo gepiept. Achter dit schijnbare gemak schuilt echter een klassieke valkuil waar we gemakkelijk in trappen… Wat als we je vertellen dat het antwoord niet 9 is, maar 59? Verrassend? Blijf dan kijken, we leggen het je uit!
Het geheim om geen fouten te maken: de BODMAS-methode

Voordat we in de berekeningen duiken, is een kleine herinnering op zijn plaats. In de wiskunde wordt de volgorde waarin bewerkingen worden uitgevoerd niet aan het toeval overgelaten. En om je dit te helpen onthouden, hebben we een heel praktisch ezelsbruggetje : BODMAS .
Dit betekent het volgende:
- B voor haakjes → ronde haakjes
- O voor Orders → Machten, vierkantswortels
- D voor Divisie
- M voor Vermenigvuldiging
- A voor Optellen
- S voor aftrekken
Kortom, we beginnen altijd met wat tussen haakjes staat, dan de machten (indien van toepassing), dan delen en vermenigvuldigen, en tot slot eindigen we met optellen en aftrekken. Belangrijk: vermenigvuldigen en delen hebben dezelfde prioriteit – ze worden van links naar rechts uitgevoerd, net als optellen en aftrekken.
De op te lossen uitdrukking: 50 + 10 × 0 + 7 + 2

Hier geen haakjes of machten, dus we gaan direct naar de vermenigvuldiging:
10 × 0 = 0