Ik liep langzaam door het appartement. In de slaapkamer stond een doos op de commode met het opschrift ‘Elaine – Persoonlijk’. Er zaten brieven, foto’s en een dagboek in versleten leer in. De eerste aantekening was gedateerd drie maanden voor haar bruiloft.
Ik ben bang. Ik dacht dat Robert verlaten het moeilijkste zou zijn. Maar er is iets groters, iets wat hij verbergt. Ik kan de bruiloft niet voortzetten totdat ik weet wat er echt is.
Robert. Mijn vader.

Mijn handen trilden toen ik las. De volgende passages beschreven geldtransfers, een man genaamd David Sloan en een bouwproject genaamd « Montrose Expansion ». Ze schreef over het horen van iets wat ze niet had moeten horen: steekpenningen, vervalste vergunningen en iemand die haar dreigde te zwijgen.
Haar laatste aantekening dateert van twee dagen voor de bruiloft:
« Mocht er iets gebeuren, dan heb ik alles bij Stonebridge achtergelaten. Claire zal het ooit wel begrijpen. »
Ik zat op de grond en staarde naar die woorden tot ze vervaagden. Mijn moeder was niet weggelopen – ze was het zwijgen opgelegd. En mijn vader had gelogen.
Die avond confronteerde ik mijn vader. Hij zag er kleiner uit dan ik me herinnerde, zittend in zijn versleten fauteuil, met de blauw flikkerende tv op zijn gezicht.
Terwijl ik hem over het appartement vertelde, begonnen zijn handen te trillen. « Ik probeerde je te beschermen, » zei hij. « Ze is er niet mee omgegaan. David Sloan was niet wie ze dacht dat hij was. »
« Was hij niet wie zij dacht dat hij was? » herhaalde ik. « Of was hij niet wie jij dacht dat hij was? »
Hij keek me toen aan – met natte, verslagen ogen. « Hij was mijn partner. »
De kamer werd stil, op het gezoem van de televisie na. Ik besefte dat de man die ik mijn hele leven had vertrouwd, aan de andere kant van de verdwijning van mijn moeder had gestaan.
Ik heb die nacht niet geslapen. Het dagboek van mijn moeder lag opengeslagen op mijn tafel, haar handschrift krulde over de pagina’s alsof ze nog steeds tegen me sprak.
De laatste regel van haar laatste bijdrage trok opnieuw mijn aandacht:
« Als er iets gebeurt, controleer dan het meer. »
Ik reed met mijn auto naar Lake Montrose voor zonsopgang. De mist hing als een spook boven het water. De oude pier, half verrot en afgezet met een bordje ‘Verboden Toegang’, kraakte onder mijn voeten. Ik kende deze plek – hier hadden ze haar auto gevonden.
Vlakbij de rand, bedolven onder natte bladeren, zag ik iets metaalachtigs vaag glinsteren. Een verroest hangslot, vastgeketend aan een opbergluik onder de steiger. Ik gebruikte de sleutel van mijn moeder. Het draaide soepel, alsof het had gewacht.
Er zat een klein metalen doosje in, verpakt in plastic. Mijn adem stokte toen ik het opende.