Tranen vulden mijn ogen. Voor het eerst zag ik haar niet als een slechterik, maar als een diep gekwetste vrouw. Ik liet Daniel de brief zien en hij belde haar meteen. Ze nam niet op, maar een paar dagen later vroeg ze of ze ons mocht ontmoeten.
We ontmoetten elkaar in een klein café aan de waterkant. Margaret zag er anders uit – ouder, zachter. Ze droeg deze keer geen pruik. Haar korte grijze haar omlijstte haar gezicht op natuurlijke wijze.
« Ik zag hoe mensen je online dapper noemden, » zei ze met trillende stem. « Ik kon mezelf niet eens in de spiegel aankijken toen ik mijn haar verloor. Jij… jij deed wat ik nooit kon. »
Ik reikte over de tafel en pakte haar hand. « Je hoeft jezelf niet meer te haten, » zei ik zachtjes. « Het gaat niet om je haar. Het gaat om hoe we ons gedragen. »
Voor het eerst glimlachte ze – oprecht. En die dag veranderde er iets tussen ons.
Maanden verstreken en het verhaal verdween van het internet, maar ons leven werd niet weer normaal – het werd beter. Margaret en ik begonnen samen te werken aan een lokale campagne om vrouwen met alopecia en haaruitval gerelateerd aan kanker te ondersteunen. We organiseerden workshops, deelden verhalen en moedigden zelfacceptatie aan.
Op onze eerste trouwdag gaf Margaret me een cadeau: een fotolijstje met een foto van onze trouwdag. Daarin hield Daniel me stevig vast, mijn kale hoofd glinsterend in het zonlicht. Onder de foto had ze het volgende gegraveerd:
Ik had nooit gedacht dat ik haar kon vergeven. Maar die dag besefte ik dat soms de mensen die ons het meest pijn doen, juist degenen zijn die het meest liefde nodig hebben. En soms kan een wrede daad niet alleen pijn, maar ook genezing brengen.
En zo werd wat begon als een vernedering op mijn trouwdag, het begin van iets veel krachtigers: acceptatie, vergeving en de moed om schaamteloos echt te zijn.