Maar ons vrolijke moment werd onderbroken door een scherpe stem: « Wat voor jongen bakt de hele dag als een klein huisvrouwtje? »
Het was mijn moeder, Elizabeth.
Ze was pas drie dagen geleden bij ons op bezoek geweest en haar vijandige aanwezigheid liet zich al voelen.
Ter illustratie.
« Mam, vandaag niet, » zuchtte ik.
« Je voedt hem op tot een watje, » hield ze vol. « In mijn tijd speelden jongens buiten. Ze bakten niet. »
Cody’s uitdrukking begaf het. Ik reageerde meteen. « Hij doet niets verkeerd. Hij is gepassioneerd, getalenteerd en verantwoordelijk. »
« Hij leert zich als een meisje te gedragen, » mompelde ze, terwijl ze wegliep.
Cody draaide zich naar me om, met pijn in zijn ogen. « Waarom is oma zo wreed? Heeft ze er een hekel aan dat ik bak? »
Ik omhelsde hem stevig. « Laat haar woorden er niet toe doen. Hou je van bakken? Bak dan maar. Ik ben trots op je. »
« Beloofd? »
Ter illustratie.
« Ik zweer het op je chocoladekoekjes. Ga er nu eentje voor me halen voordat ik de toonbank leeg eet! »
Zijn lach keerde terug en even leek alles goed. Maar het ergste moest nog komen.
De volgende ochtend was Cody stil. Ik gaf hem een peptalk voor zijn werk. « Laat niemand je een schuldgevoel aanpraten over wie je bent. »