ADVERTISEMENT
ADVERTISEMENT
ADVERTISEMENT

Mijn moeder vertelde me dat ze een week weg zou zijn en vroeg me om op mijn broers en zussen te passen, maar het bleek dat ze zonder ons van het leven genoot en nooit meer terug zou komen. Negen maanden nadat mijn moeder vertrokken was, kreeg ik een telefoontje dat me bijna brak…

 

 

 

‘Waarom?’ schreeuwde ze, terwijl de tranen over haar wangen stroomden. ‘Je haat me! Maak er gewoon een einde aan!’

Ik wilde schreeuwen. Ik wilde haar door elkaar schudden. In plaats daarvan ging ik op de rand van mijn bed zitten. Ik slikte mijn woede, mijn uitputting, mijn eigen trauma in. Ik keek naar dit veertienjarige meisje dat zo gebroken was dat ze dacht dat geweld een transactie was.

‘Kom hier,’ zei ik zachtjes.

Ze verzette zich eerst, stijf en boos, maar ik trok haar op mijn schoot alsof ze een peuter was. Ik sloeg mijn armen om haar heen en hield haar gewoon vast. Ze snikte. Het was geen driftbui meer; het was verdriet.

‘Ik ben boos op je,’ stamelde ze, haar hoofd tegen mijn schouder. ‘Maar op een verdrietige manier. Niet op een boze manier.’

‘Ik weet het,’ fluisterde ik, terwijl ik haar haar streelde. ‘Ik weet het. Maar in dit huis slaan we elkaar niet. We praten. En je krijgt je telefoon nog niet terug, maar niet omdat ik je haat. Maar omdat ik verantwoordelijk voor je ben.’

Die nacht kreeg ze haar telefoon niet terug. Maar ze bleef wel in mijn kamer, opgerold aan het voeteneinde van het bed terwijl ik de baby voedde. Het was een doorbraak. Een barst in het pantser.

Hoofdstuk 5: Een echte kerst

December naderde als een stormfront. De verjaardag van moeders vertrek viel op kerstavond. De traumatische gebeurtenis, gecombineerd met de spanning van de feestdagen, zorgde voor een explosieve sfeer in huis.

De tieners, cynisch en overbezorgd, probeerden de hoop van de jongeren de kop in te drukken.

‘Verwacht geen cadeautjes,’ hoorde ik Chloe tegen Sophie snauwen. ‘Dat we vorig jaar cadeautjes kregen, betekent niet dat dat dit jaar weer gebeurt. Mama zou zomaar terug kunnen komen en het verpesten.’

Ik moest ingrijpen, zachtaardig maar vastberaden. « We vieren kerst. Mama weet niet waar we zijn. De kerstman kent het nieuwe adres. »

Sophie, inmiddels acht jaar oud, was sceptisch. Ze vroeg om een ​​specifiek paars nijlpaardknuffeltje, ervan overtuigd dat ze het niet zou krijgen. De dagen voor Kerstmis controleerde ze voortdurend de sloten en vroeg ze of ik ook zou verdwijnen.

Kerstochtend was een chaos. Maar het was een vrolijke chaos.

Toen Sophie het paarse nijlpaard openmaakte, hield ze even haar adem in. Ze omhelsde het zo stevig dat ik dacht dat het zou knappen. Lily opende een doos Bluey-vla-zakjes – haar obsessie – en gilde van pure vreugde.

‘Het lijkt wel een kerst uit een film,’ fluisterde Jay tegen Matt, terwijl hij naar de bescheiden stapel cadeaus keek.

We aten zeevruchten. We gingen naar het strand. De baby – inmiddels een mollige, lachende éénjarige – at taart en smeerde die in haar haar.

Natuurlijk waren er wel wat emotionele uitbarstingen. Sophie huilde omdat de dag voorbij moest zijn. Maya werd humeurig omdat ze haar oude vrienden miste. Maar niemand werd geslagen. Niemand werd uitgescholden. Niemand werd in de steek gelaten.

Later die avond, toen iedereen sliep, zat ik met Matt op de veranda. De stilte in de nieuwe buurt was anders – het was er vredig.

‘Heb je er spijt van?’ vroeg Matt, terwijl hij me een frisdrankje gaf. ‘Dat je de baby hebt meegenomen? Dat je ze allemaal hebt meegenomen?’

Ik dacht aan de slapeloze nachten. De zetpillen. De ziekenhuisbezoeken vanwege brandwonden en gebroken tanden. De schreeuwpartijen. Het feit dat ik eenentwintig was en mijn vrienden aan het feesten waren terwijl ik onderzoek deed naar sensorische verwerkingsstoornissen en peutervoeding.

Ik dacht aan Sophie die me ‘mama’ noemde. Ik dacht aan Jay die Matt om hulp vroeg met zijn huiswerk in plaats van op straat rond te hangen. Ik dacht aan de baby, veilig en geliefd, die in mijn bed sliep.

‘Nee,’ zei ik. ‘Ik heb er geen spijt van. Ik zou het zo weer doen.’

‘Ik ook,’ zei Matt.

Hoofdstuk 6: Avocado en babyyoga

Een paar maanden later zat ik in een gemeenschapshuis op een yogamat met de baby. Om me heen zaten andere moeders – vrouwen van in de dertig met echtgenoten en carrières – liefdevol naar hun baby’s te kijken.

‘Ze is zo alert,’ zei een moeder tegen me. ‘Je bent een natuurtalent. Heb je een makkelijke bevalling gehad?’

Ik verstijfde. Normaal gesproken knikte en glimlachte ik alleen maar, in de veronderstelling dat ik een jonge moeder was. Dat was makkelijker dan het complexe web van trauma’s, incestueuze familiebanden en juridische conflicten uit te leggen.

‘Het was… ingewikkeld,’ zei ik vaag.

 

 

Als je wilt doorgaan, klik op de knop onder de advertentie ⤵️

Advertentie
ADVERTISEMENT

Laisser un commentaire