Uiterlijk: Slank met lange ledematen en weinig lichaamsvet.
Metabolisme: Ze verbranden snel calorieën.
Voordelen: Ze kunnen meer eten zonder snel aan te komen.
Uitdagingen: Het is moeilijk om spiermassa op te bouwen.
Tips:
Concentreer je op krachttraining met zware gewichten.
Eet calorie- en eiwitrijke voeding.
2) Mesomorf
Uiterlijk: Atletisch met brede schouders en een smalle taille.
Het metabolisme is in balans en ze bouwen gemakkelijk spieren op. Voordelen: Ze zijn van nature krachtig en gespierd.
Uitdagingen: Het behouden van een gezonde spier-vetverhouding.
Tips:
Combineer kracht- en cardiotraining.
Zorg voor een evenwichtig dieet om overtollig vet te voorkomen.
3. Endomorf