Bereidingswijze:
-
Pasta koken: Breng een grote pan met water aan de kook. Voeg zout, een scheutje olijfolie en eventueel wat verse kruiden (bijvoorbeeld een takje rozemarijn of tijm) toe aan het water. Kook de spaghetti volgens de aanwijzingen op de verpakking tot « al dente » (beetgaar). Vang ongeveer 240 ml (1 cup) van het kookwater op voordat je de pasta afgiet. Dit water ga je later gebruiken om de saus te binden. Giet de pasta af en zet apart.
-
Garnalen voorbereiden: Terwijl de pasta kookt, spoel je de garnalen af onder koud water en dep je ze droog met keukenpapier.
-
Garnalen bakken: Smelt de boter in een grote koekenpan of wok op middelhoog vuur. Voeg de garnalen toe en bak ze tot ze een beetje roze beginnen te kleuren en krullen, ongeveer 2-3 minuten.
-
Knoflook toevoegen: Voeg de fijngehakte knoflook toe aan de pan en bak deze kort mee tot hij geurig is, ongeveer 1 minuut. Let op dat de knoflook niet verbrandt, want dan wordt hij bitter.
-
Garnalen gaar bakken: Bak de garnalen nog 5-7 minuten, of tot ze helemaal roze en gaar zijn. Roer regelmatig zodat ze gelijkmatig bakken. Voeg tijdens het bakken een paar scheutjes olijfolie toe voor extra smaak en om te voorkomen dat de garnalen aan de pan blijven plakken.
-
Pasta toevoegen: Voeg de gekookte spaghetti toe aan de pan met de garnalen en knoflook.
-
Op smaak brengen: Bestrooi de pasta met Italiaanse kruidenmix, versgemalen zwarte peper, rode pepervlokken en zout naar smaak. Begin met een kleine hoeveelheid en voeg meer toe naar eigen inzicht.