Bereiding:
-
Maak het deeg: Meng in een grote kom de lauwwarme melk, het lauwwarme water, de olijfolie, het ei, de suiker en de droge gist (of de verkruimelde verse gist). Roer goed door elkaar.
-
Voeg de bloem en het zout toe en meng tot een soepel deeg. Kneed het deeg vervolgens 5-10 minuten op een licht bebloemd oppervlak, tot het glad en elastisch is.
-
Vorm het deeg tot een bal en plaats het in een ingevette kom. Draai het deeg om zodat alle kanten bedekt zijn met een beetje olie. Dek de kom af met een vochtige doek of plasticfolie en laat het deeg 2 uur op een warme plaats rijzen, of tot het in volume verdubbeld is.
-
Maak de stengels: Verdeel het gerezen deeg in twee gelijke delen.
-
Rol elk deel uit tot een rechthoek van ongeveer 30×40 cm.
-
Bestrijk één deegrechthoek met de tomatenpuree. Bestrooi met geraspte kaas en fijngehakte peterselie.
-
Leg de tweede deegrechthoek bovenop de eerste en druk de randen goed aan.
-
Snijd de deegplak in rechthoeken van ongeveer 3-4 cm breed.
-
Bestrijk de rechthoeken met gesmolten boter.
-
Neem twee rechthoeken en leg ze op elkaar. Vouw het geheel in de lengte dubbel door het midden met behulp van een satéprikker.
-
Draai de stukken in spiralen.