Richards lach stokte in zijn keel. Hij boog zich over de toonbank en dacht dat het een storing was. ‘Dat kan niet kloppen. Er moet een fout in zitten – misschien extra nullen of zoiets.’
Maar Sarah schudde haar hoofd en draaide de monitor iets zodat Evelyn het kon zien. « Geen fout, meneer. En dat is na de rentestorting van vandaag. »
Evelyn knikte kalm. « Dank je wel, lieverd. Dat had ik ongeveer verwacht. Mijn overleden echtgenoot zei altijd dat samengestelde rente de beste vriend van een patiënt is. »
Richard stond perplex. Hij stamelde: « Hoe… hoe is dat mogelijk? »
Evelyn draaide zich nu volledig naar hem toe, haar ogen fonkelden van stille wijsheid.
‘Kijk, zoon, in de jaren vijftig waren mijn man en ik pachters. We spaarden elke cent. In 1962 kochten we een klein stukje land buiten Tulsa dat niemand wilde hebben – ze zeiden dat het waardeloos was. We leefden eenvoudig en gaven nooit meer uit dan nodig was.’
Het bleek dat dat ‘waardeloze’ stuk land een van de grootste onontgonnen oliereserves van Oklahoma bevatte. In de jaren zeventig kwamen de boormachines. We zijn nooit naar een groot huis verhuisd, hebben nooit dure auto’s gekocht. We lieten het geld gewoon rustig groeien.
Ik heb drie kinderen grootgebracht, ze allemaal naar de universiteit gestuurd en meegeholpen met de bouw van kerken en scholen in onze gemeenschap. Maar ik draag nog steeds dezelfde jurken, doe mijn boodschappen op dezelfde markten en kom zelf nog steeds naar deze bank – want geld verandert niet wie je vanbinnen bent.
Het laat gewoon zien wie je altijd al bent geweest.”
Richard stond daar, met een rood gezicht, sprakeloos. De arrogante grijns was verdwenen.
Evelyn pakte haar bonnetje, klopte Sarah op de hand en liep naar de deur. Toen ze Richard passeerde, bleef ze even staan.
« Beoordeel een boek nooit op zijn omslag, jongeman. Sommige van de rijkste mensen hoeven dat niet te bewijzen. »
Ze liep langzaam naar buiten, haar wandelstok tikte op de marmeren vloer, en liet de hele bank in verbijsterde stilte achter.
Richard heeft in die bank nooit meer opgeschept. En het nieuws verspreidde zich snel: mevrouw Evelyn Thompson werd in alle stilte een van de grootste filantropen van de bank – ze financierde beurzen voor kansarme kinderen, restaureerde historische zwarte kerken en richtte zelfs een stichting op voor ouderenzorg.
Maar ze reed nog steeds in haar oude Buick, droeg haar jurken met bloemenprint en elke vrijdag kwam ze even langs om haar saldo te controleren.
Echte rijkdom gaat niet over ermee pronken, maar over het opbouwen ervan met nederigheid, geduld en passie.