In eerste instantie geloofde ik haar niet. Maar tien minuten later hoorde ik het – een diep, dreunend geluid in de verte. De weduwen beefden, de menigte zoemde.
Motorfietsen.
Mevrouw Hedersop stapte naar buiten en gleed de weg af. « O jee… » fluisterde ze toen minstens een dozijn motoren met een daverend geluid de parkeerplaats op kwamen rijden, hun chromen schachten boven de beschutting uit.
Het geluid vulde de lucht — luid, krachtig en vreemd genoeg troostend.
Vooraan in de groep stond een lange man met een grijze baard, een bril en een leren vest vol patches. Hij zette zijn helm af en die bekende glimlach verscheen op zijn gezicht.
‘Hé, Mija,’ zei hij hartelijk. ‘Ik hoorde dat je een lift nodig had.’
‘Oom Rico!’ riep ik naar hem, en hij tilde me op alsof ik nog maar vijf jaar oud was. Hij rook naar motorolie, rook en veiligheid.
‘Je lijkt precies op je oude moeder,’ zei hij, terwijl hij door mijn haar woelde. ‘Hij zou me levend opeten als hij wist dat je zo moest wachten.’
Mevrouw Hedersop kwam naar ons toe, ze zag er zowel blij als opgelucht uit. Rico schudde respectvol haar hoofd. « Dank u wel voor uw telefoontje, mevrouw. We zijn u dankbaar. »
Ze glimlachte verlegen. « Ik doe gewoon wat goed is. »
Rico zette me voorzichtig op een van de motoren en draaide zich toen naar zijn team. « Oké jongens. Laten we haar naar huis brengen. »
Toen we mijn buurt binnenreden, deed het geluid van de vogels iedereen schrikken. Buren gluurden door de ramen, honden blaften, en Sadra kwam de voordeur uitgerend – aangekleed, opgemaakt, sleutels in haar hand.
Haar gezicht werd bleek zodra ze hen zag.
Als u dit wilt doen, moet u het eens proberen…