Maar we begonnen weer te praten. Geen geschreeuw. Geen beschuldigingen. Geen drama.
Marianna?
Ze schreef nog een laatste keer een briefje. Kort. In haar stijl.
« Irina. Ik begrijp het. En ik ga weg. Bedankt dat je me niet in een monster hebt veranderd, ook al had je dat gekund. Ik wens je vrede. Je verdient het. »
Ik vouwde het briefje op en legde het in de la. En ik dacht:
Soms zijn de kostbaarste juwelen geen goud, geen stenen, maar waardigheid. Stilte. En het recht om « genoeg » te zeggen.