Ik moest bijna lachen. Wat een puinhoop heeft hij ervan gemaakt.
« Wie ben jij voor mijn man? »
Ter illustratie.
Ze keek weg.
« Ik ben de vrouw met wie hij zal trouwen als hij je verlaat. »
« Met je trouwen? »
« Ja. Hij zei dat je dominant was, onmogelijk. Hij had geld nodig om van je af te komen. »
« Jouw geld? »
« Ja. Voor advocaten. Echtscheidingen. Alimentatie. »
Ik klemde mijn tas vast.
« Ik heb het huis verkocht. »