« Ik ben dol op je, weet je? » zei hij, terwijl hij mijn wang aanraakte. « Niemand heeft ooit zo in me geloofd als jij. »
« Omdat we familie zijn, Jake. Je hebt het beloofd – de boerderij is onze gedeelde droom. »
« Natuurlijk. »
Hij kuste mijn voorhoofd zo zachtjes dat ik hem bijna geloofde. « Ons zal niets overkomen. Je bent altijd mijn geluksster geweest. »
Ik pakte mijn spullen om te vertrekken, ervan overtuigd dat ik hem eindelijk zou helpen overeind te komen.
Ik had me niet kunnen voorstellen dat tien minuten later één telefoontje mijn hele wereld op zijn kop zou zetten.
Ik stond bij de bushalte, de kou trok in mijn jas.
De bank was twintig minuten lopen. Ik stelde me voor dat ik het geld zou overhandigen en dat Jake me daarna zou knuffelen. Maar er bleef een gedachte aan me knagen.
Steek ik te veel in dit huwelijk?
Mijn gedachten raasden zo hard dat ik de trillingen in mijn tas bijna miste.
Uitsluitend ter illustratie.
ALEX.
Ik fronste. Ik kende geen Alex.
antwoordde ik.
« Hé schat… »
Een zachte, langzame vrouwenstem klonk uit de speakers.
« Je neemt niet op. Is ze al weg? Ik ben het wachten zat. Ik heb de hele nacht niet geslapen… »
Mijn keel kneep dicht. Ik kreeg nauwelijks adem.
Ik hing op en staarde naar mijn telefoon.
Maar – wacht. Het was niet mijn telefoon!
Alleen ter illustratie.
« Jeetje… »
Ik rommelde in mijn tas. Natuurlijk. Die ochtend hadden Jake en ik telefoonnummers uitgewisseld. Ik had het zijne.
ALEX. Haar stem echode in mijn hoofd.
« Ik heb de hele nacht op je gewacht… »
Ik ging niet naar de bank. In plaats daarvan glipte ik de dichtstbijzijnde koffieshop binnen, bestelde een koffie die ik niet kon drinken en legde zijn telefoon op tafel, terwijl ik de berichten bestudeerde.
« Tot snel. » / « Ik mis je nu al. »
Mijn maag kromp ineen.
Wat als ik hem niet vertel dat ik het weet? Wat als ik gewoon kijk?
Hij kwam zijn telefoon halen. Dat kon ik accepteren.