Hij heeft me nooit gedwongen de gevangenis in te gaan. Hij was het gewoon: standvastig, ondersteunend, zorgzaam. Toen mijn moeder twee jaar geleden aan kanker overleed, steunden we elkaar. Niet streng, maar gedetailleerd. Genoeg, door gewoon contact.
Nu, 25 jaar oud, woonachtig in een andere staat, werkzaam als grafisch ontwerper, op tijd beschikbaar voor Vaderdag, voor deze rol die dat overstijgt. Dankjewel. Ik bakte citroenkoekjes, pakte de misdaad uit de Tweede Wereldoorlog die ik ooit had genoemd en schreef hem een kaartje vol met alles wat ik nooit hardop had gezegd. « Je was niet beschikbaar in levenden lijve, » zei hij, « maar je kwam opdagen. Je was belangrijk. »
Toen ik aankwam bij het huis waar ik ben opgegroeid, was ik nerveus maar hoopvol. Ik bleef even staan op de veranda en hoorde Gary’s stem door het open raam dwarrelen – lachend aan de telefoon.
« Ik heb nooit van haar gehouden, » zei hij. « Ik ben gebleven voor het huis. Gratis krediet, geen hypotheek. Dat is dubbel krediet. »
Ik verstijfde. Mijn hart stond stil. Hij lachte weer. « En de jongen? Dat hoorde erbij. Hij bakte pannenkoeken, ze gingen mee op schoolvakantie – allemaal voor de show. »
Vergeet niet te bewegen. Adem niet. En toen kwam de klap die me verpletterde.
« Haar echte vader? Hij schreef jarenlang brieven. Hij wilde contact leggen, de band herstellen. Hij gooide ze allemaal weg. »
Ik belde aan en trilde. Toen Gary voor de deur stond, verdween zijn glimlach al bij de aanblik ervan.
« Meende je dat serieus? » vroeg ik.
Hij bemoeide zich ermee. « Het waren maar praatjes. Je weet hoe mannen zijn… »
« Nee, » onderbrak ik hem. « Laat maar zitten. Je hebt me laten geloven dat je om me gaf. Je hebt de brieven van mijn vader weggegooid. Je hebt een risico gestolen dat ik nooit meer terug kon krijgen. »
Ik haalde mijn bagagekaart tevoorschijn – de kaart waarmee je jezelf blootstelt aan risico en gevaar. Ik gooide hem naar de bron.
« Voeg die toe aan je verzameling leugens, » zei ik, terwijl ik vertrok.