ADVERTISEMENT
ADVERTISEMENT
ADVERTISEMENT

Ik ging naar het kantoor van mijn man om iets terug te brengen wat hij vergeten was, maar het gebouw was verlaten. Een bewaker zei dat het bedrijf jaren geleden al gesloten was. Mijn man bleef volhouden dat hij binnen was geweest. Toen fluisterde mijn zoon: « Mam… dat is papa’s auto. » Ik liep de trap af en toen…

Ik ging naar het kantoor van mijn man om iets af te geven wat hij was vergeten, maar trof er een verlaten gebouw aan.
Een bewaker vertelde me: « Dat bedrijf is drie jaar geleden failliet gegaan. »
Ik belde mijn man. « Waar ben je? »
« Op kantoor. In een vergadering. »
Mijn hart begon sneller te kloppen. Toen wees mijn zoon naar beneden.
« Mam… dat is papa’s auto. »

Mijn man was die ochtend halsoverkop vertrokken en had een belangrijke map achtergelaten. Dat was niet ongebruikelijk. Zijn leven zat altijd vol met vergaderingen, telefoontjes en deadlines. Ik pakte de map, zette onze zoon in zijn autostoeltje en reed naar het adres dat ik uit mijn hoofd kende.

Maar zodra we aankwamen, voelde er iets niet goed aan.

Het gebouw zag er verwaarloosd uit. Het bedrijfsbord was verdwenen. De ramen waren vies. Oranje kegels blokkeerden een deel van het terrein. Zware kettingen hingen voor de hoofdingang.

Ik zei tegen mezelf dat ze vast aan het renoveren of verhuizen waren. Ik parkeerde toch maar. Toen ik uitstapte, verscheen er een bewaker uit een nabijgelegen hokje.

‘Kan ik u helpen?’ vroeg hij.

‘Ja,’ zei ik, in een poging nonchalant te klinken. ‘Ik zoek Hartwell Solutions.’

Hij aarzelde even en fronste toen zijn wenkbrauwen. « Mevrouw… dat bedrijf is drie jaar geleden failliet verklaard. »

Ik lachte te snel. « Dat kan niet kloppen. Mijn man werkt hier. Hij was hier vanochtend nog. »

De bewaker schudde zijn hoofd. « Dit gebouw staat leeg sinds de lockdown. We komen hier alleen voor inspecties. »

Mijn handen begonnen te trillen.

Ik ging opzij staan ​​en belde mijn man.

‘Waar ben je?’ vroeg ik.
‘Op kantoor,’ antwoordde hij meteen. ‘In een vergadering.’

“Welk kantoor?”

‘De gebruikelijke,’ zei hij. ‘Ik bel je later.’

Het gesprek werd beëindigd.

Ik stond daar als aan de grond genageld, totdat mijn zoon aan mijn mouw trok.

‘Mam,’ fluisterde hij, wijzend naar de hellingbaan naar de metro. ‘Dat is papa’s auto.’

Ik volgde zijn vinger.

Daar stond hij dan. De auto van mijn man, netjes geparkeerd in de ondergrondse garage.

Mijn instinct zei me dat ik moest vertrekken. Maar in plaats daarvan pakte ik de hand van mijn zoon en begon ik de betonnen trap af te lopen. Elke trede galmde te hard, mijn borst trok samen bij elke stap.

 

 

 

Als je wilt doorgaan, klik op de knop onder de advertentie ⤵️

Advertentie
ADVERTISEMENT

Laisser un commentaire