Toen hij het beeld van zijn vrouw op het scherm zag… werd hij woedend.
Met een gebroken stem vroeg hij haar:
« Is dat waar?
Ben jij dat echt? »
Mijn stiefdochter zakte op haar knieën en begon onbedaarlijk te huilen.
‘Vergeef me, moeder… vergeef me, mijn liefste…
Ik was verblind door hebzucht. Ik zag hoeveel Jun je stuurde, en ik dacht dat je het geld voor hem spaarde, voor als hij terugkwam…
En we hadden het zo moeilijk om de eindjes aan elkaar te knopen!
Daarom heb ik het gedaan… daarom heb ik het geld gepakt…’
Zijn woorden hebben me meer pijn gedaan dan wat dan ook.
Niet vanwege het geld…
maar vanwege het verraad.
Mijn zoon sloeg woedend met zijn vuist op tafel.
« Je hebt mijn moeder aangevallen! Hoe kon je dat doen? »
Ik greep hem bij zijn arm, in tranen.
« Rustig maar, mijn zoon. Geld is vervangbaar.
Maar als een gezin uit elkaar valt… geneest die wond nooit.
Ik vraag maar één ding:
wees eerlijk.
Laat geld niet vernietigen wat je het meest dierbaar is. »
Het hele huis werd stil.
Mijn stiefdochter huilde onbedaarlijk.
Mijn zoon had zijn vuisten gebald, verteerd door schaamte.
De volgende dag gaf mijn stiefdochter al het geld terug en beloofde ze dat ze het nooit meer zou doen.
Ik heb haar vergeven…
maar de wond bleef.
Die beelden van de bank… die zal ik nooit vergeten.
Een litteken op mijn hart.
Een litteken achtergelaten door verraad.
Ik begreep één ding:
Iedereen kan het inwisselen voor geld.
Ik koester geen haat.
Maar ik ben het ook niet vergeten.
Want waar het niet om gaat, is niet wat Jun stuurt… maar ware liefde en de eenheid van een gezin.
En als hebzucht in het spel komt…
Alles stort in elkaar.