Als we het over levergezondheid hebben, denken de meeste mensen dat leverproblemen duidelijk, pijnlijk of gemakkelijk te herkennen zijn. Maar de werkelijkheid is heel anders: een vette lever ontwikkelt zich sluipend, langzaam en kan jarenlang voortschrijden zonder merkbare symptomen. Er is echter een veelvoorkomende gewoonte die bijna iedereen met een vette lever gemeen heeft, zelfs zonder het te weten: leven met een metabolische disbalans die al lang begint voordat de lever « schreeuwt » om aandacht.
Ook al merk je het niet, je lichaam geeft signalen af. Als je je zwaar voelt na het eten, moeite hebt met het verliezen van buikvet, een hoog triglyceridegehalte hebt, of te horen krijgt dat « alles normaal is », maar je je niet goed voelt… dan zou je wel eens te maken kunnen hebben met een leverprobleem dat onopgemerkt is gebleven.
De kern van het probleem: een overbelaste stofwisseling.
De meeste mensen die leververvetting ontwikkelen, hebben dezelfde stille triade gemeen:
1. Insulineresistentie
Het lichaam produceert te veel insuline om de overtollige suiker en energie te verwerken. Hierdoor moet de lever overuren maken, slaat meer vet op en raakt overbelast.
2. Visceraal vet
Het maakt niet uit of iemand dun of stevig gebouwd is: het vet rond de organen is het gevaarlijkst. Er bestaat zelfs een term voor: « metabolisch obese dun »: weinig vet aan de buitenkant, veel vet aan de binnenkant.
3. Chronische laaggradige ontsteking
Het doet geen pijn, je voelt het niet, maar het is er wel. En het houdt de hele stofwisselingscyclus in stand die de lever langzaam beschadigt.
Wanneer deze combinatie optreedt, begint de lever overtollige energie op te slaan. Eerst slaat hij glucose op, daarna vet. Als hij niets meer kan opslaan, stuurt hij het naar andere delen van het lichaam. Na verloop van tijd ontstaat er een vicieuze cirkel: meer insuline → meer vet → meer ontstekingen → meer leverschade.
Signalen die je mogelijk waarschuwen zonder dat je het merkt.