Na twee jaar studeren keerde ik terug naar huis, overweldigd door de stille pijn en het verdriet die waren blijven hangen sinds de dood van mijn moeder aan borstkanker.
Haar herinnering kleefde aan elke vezel van mijn wezen, vooral aan het graf waar ik ooit troost had gevonden.
Maar alles veranderde toen mijn vader hertrouwde met Sandra, een vrouw wier zachte stem en zwierige rokken vreemd leken in een huis dat nog steeds de warmte van mijn moeder uitstraalde.
Uitsluitend ter illustratie.
Toen Sandra de spullen van mijn moeder begon op te ruimen en het « verfrissend » noemde, zag ik het als uitwissen, niet als helend.
De tassen met kleren van mijn moeder die in de deur stonden, voelden als verraad. Ik vertrok, omdat ik het niet kon laten gebeuren dat haar herinnering werd uitgewist.
Op een rustige ochtend tijdens de voorjaarsvakantie keerde ik onaangekondigd terug naar ons stadje, meer aangetrokken door het verlangen om mijn jongere broer te zien dan door nostalgie.
Voordat ik naar huis ging, stopte ik echter nog even bij de begraafplaats om te zitten bij de enige versie van mijn moeder die nog niet door enige verandering was geraakt.
Uitsluitend ter illustratie.
Ik was er niet op voorbereid om Sandra te zien knielen in de aarde naast het graf van mijn moeder, haar handen begraven in de aarde.