BEREIDINGSWIJZE
-
Meng de bloem met het zout in een grote kom. Maak een kuiltje in het midden en voeg de gist, de suiker (een snufje, om de gist te activeren), de warme melk, de gesmolten boter en het ei toe.
-
Klop de vloeibare ingrediënten in het kuiltje om ze te combineren en begin dan geleidelijk de bloem van de zijkanten toe te voegen. Roer tot een samenhangend deeg ontstaat.
-
Zodra het deeg in stukken samenkomt, kneed je het goed door tot het glad en elastisch is. Dit kan ongeveer 8-10 minuten duren. Vorm het deeg tot een bal en laat het afgedekt op een warme plaats (bijvoorbeeld in een licht voorverwarmde oven of bij de verwarming) 1 uur rijzen, of tot het in volume is verdubbeld.
-
Verdeel het deeg na het rijzen in 4 gelijke stukken. Rol elk stuk tot een bal en rol elk balletje uit tot een rechthoekige lap van ongeveer 20×30 cm.
-
Bestrijk twee van de rechthoekige deeglappen met een dun laagje zachte boter. Verdeel de geraspte kaas en de gehakte peterselie over de beboterde deeglappen. Bedek elk van deze belegde lappen met een van de andere twee deeglappen, zodat je twee dubbele lagen deeg hebt.
-
Rol de dubbele deeglagen voorzichtig uit met een deegroller om ze iets platter te maken en ervoor te zorgen dat de lagen goed aan elkaar kleven. Snijd elke dubbele deeglaag met een scherp mes of pizzaroller in lange, dunne stroken van ongeveer 1-1,5 cm breed.
-
Neem steeds twee stroken tegelijk en smeer er tussenin nog een beetje zachte boter (dit helpt de lagen na het bakken los te komen en geeft extra smaak). Draai de twee stroken samen om elkaar heen, zoals te zien is in de video (of zoals een spiraal).
