“Vorige maand stikte Leo. Naomi heeft zijn leven gered. Ze wilde je geen zorgen maken.”
‘Wie is zij?’ fluisterde Ethan.
“Een kinderverpleegkundige. Vijf jaar werkzaam geweest in het Lakeshore Children’s Hospital. Ze verloor haar dochter en keerde de geneeskunde de rug toe.”
Ethan trof Naomi twee dagen later aan in een vrouwenopvang in Southside Chicago, waar ze eten serveerde aan moeders en kinderen.
‘Ik had het mis,’ zei hij. ‘Overal in.’
‘Dat verandert niets aan wat er is gebeurd,’ antwoordde Naomi zonder zich om te draaien. ‘Ik ben een grens overgegaan, weet je nog?’
‘Je hebt geen grens overschreden,’ zei hij. ‘Jij bent gebleven toen ik wegging.’
Eindelijk keek ze hem recht in de ogen. « Op het moment dat ik te veel om hem gaf, werd ik een bedreiging. We weten allebei waarom. »
Hij knikte. « Je hebt gelijk. Ik heb gezien wat me was geleerd te vrezen. Het spijt me. »
Ze heeft hem niet vergeven. Nog niet.
Drie dagen later keerde Naomi terug – niet als personeelslid, maar via de voordeur. De jongens renden naar haar toe alsof ze hun adem hadden ingehouden.
Later legde ze haar voorwaarden vast. Ze was geen dienstmeisje. Ze nam beslissingen voor de jongens. Verplichte gezinsbegeleiding. Een salaris dat overeenkwam met haar rol. En als hij ooit nog zijn stem tegen haar verhief, was ze weg.
Ethan stemde overal mee in.
Het huis veranderde. Samen eten. Verhaaltjes voor het slapengaan. Emoties benoemen. Ethan leerde blijven.
Toen kwam het verzoek om voogdij binnen.
Nalatigheid. Instabiliteit. En het ergste van alles: de dood van Naomi’s dochter werd misbruikt als wapen.
‘Ze zullen me tegen je gebruiken,’ zei Naomi zachtjes.
‘We vechten samen,’ zei Ethan.
In de rechtbank probeerden ze haar te breken. Ze dwongen haar de dood van haar dochter opnieuw te beleven. Ze suggereerden dat ze gevaarlijk was.
Ethan stond op terwijl hij dat niet had moeten doen. ‘Ze heeft mijn kinderen gered,’ zei hij. ‘Jullie straffen haar ervoor.’
De rechter verzocht om een privégesprek met de jongens.
‘Zij blijft,’ zei Oliver kortaf. ‘Alle anderen zijn vertrokken.’