—…Ik zou gedacht hebben dat hij gek was.
—En ik zou mezelf voor gek hebben verklaard als iemand me had verteld dat een straatjongen me van mijn eigen vrouw zou redden— antwoordde Ricardo met bittere ironie.
Ze bleven een paar seconden stil en luisterden naar het water in de fontein.
‘Er zijn dingen die je niet met geld kunt kopen,’ zei Ricardo uiteindelijk. ‘Loyaliteit. Moed. Geweten. Die heb je… of je hebt ze niet.’
Mateus wierp hem een vluchtige blik toe vanuit zijn ooghoek.
‘Ik heb alleen maar gedaan wat juist was,’ antwoordde hij. ‘Ik weet niet of dat moed is.’
‘Inderdaad,’ beaamde de man. ‘Iedereen kan het juiste doen als het makkelijk is. Maar het juiste doen als iedereen je raar aankijkt, als je misschien ontslagen wordt, als je er niets mee wint… dát verandert levens.’
Ze zwegen weer. De avond viel langzaam over het park.
‘Die dag,’ zei Ricardo na een tijdje, ‘heb je mijn leven gered. Maar je hebt me ook iets anders gegeven.’
-Wat bedoel je?
—Een tweede kans om alles wat ik heb te gebruiken… voor iets waardevols.
Mateus sloeg zijn blik neer en onderdrukte een glimlach die hem vanzelf opkwam.
‘Ik denk dat we nu quitte staan,’ grapte hij.
Ricardo barstte in een oprechte lach uit.
‘Geen sprake van, jongen,’ antwoordde hij. ‘Wat je hebt gedaan, kan niet worden terugbetaald. Het kan alleen maar geëerd worden. En ik ben van plan het te eren… voor de rest van mijn leven.’
Mateus keek naar het restaurant, vervolgens naar de man naast hem, en daarna naar zijn eigen handen, die schoon waren, zonder korstjes of vuil.
Voor het eerst in vele jaren kwam het woord ‘honger’ of ‘angst’ niet in haar op.
Het was « de toekomst ».
Nieuws