Jane raakte verstrikt in een gewelddadige relatie nadat haar man zijn baan verloor. Ze besefte dat zowel haar eigen leven als dat van haar stiefdochter in gevaar was, dus verzamelde ze al haar moed en belde ze voor een ‘pizza call’ die alles zou veranderen.

Denise werkte als 112-telefoniste. Haar vader was politieagent en ze droomde er altijd van om in zijn voetsporen te treden en anderen te dienen en te beschermen.
Maar na een auto-ongeluk waarbij beide benen geamputeerd waren, dacht Denise dat die droom voorgoed verloren was. De fysieke eisen van de politieacademie waren buiten haar bereik. Maar met de aanmoediging van haar vader sloot ze zich aan bij het 112-meldteam – en ontdekte dat ze inderdaad haar plek binnen de politie had gevonden.
Het werk was veeleisend en vaak emotioneel uitputtend, maar Denise hield van haar werk. Elk telefoontje was belangrijk; elk telefoontje was een kans om een verschil te maken.
Toen kwam er op een dag een ongewoon telefoontje binnen. Denise was gewend om grappen uit te halen, en in eerste instantie klonk dit telefoontje als een zoveelste.
« Hallo, mijn naam is Jane. C—kan ik alsjeblieft zo snel mogelijk twee pizza’s krijgen? Alsjeblieft, ik ben ten einde raad! » fluisterde een trillende stem.
« Mevrouw, ik denk dat u het verkeerde nummer hebt. Dit is 112, » antwoordde Denise, terwijl ze op het punt stond op te hangen.
« Nee! Hang alsjeblieft niet op! » riep Jane.
« Mevrouw, als dit een grap is, beloof ik u- » begon Denise, maar Jane onderbrak haar.
« Ik heb me niet vergist. Dit is de pizzeria. Ik heb echt twee pizza’s nodig, » zei Jane met trillende stem. Denise hoorde haar zachtjes snikken. Er klopte iets niet.

Denise haalde adem. « Oké, Jane. Ik ga je een paar vragen stellen. Antwoord gewoon met ja of nee, oké? »
“Ja,” fluisterde Jane.
“Ben je in gevaar?”