Hazel stapte naar voren. « Jij bent nummer achtendertig. »
Nora glimlachte zonder met haar ogen te knipperen. « Dan begin ik met de keuken. »
Ze zag de foto’s op de koelkast. Maribel die aan het koken was. Maribel die sliep in een ziekenhuisbed met Lena in haar armen. Verdriet werd hier niet verborgen gehouden. Het was openlijk aanwezig.
Nora bakte bananenpannenkoeken in de vorm van dieren, volgens een handgeschreven briefje dat in een la was geplakt. Ze zette een bord op tafel en liep weg. Toen ze terugkwam, zat Lena zwijgend te eten, met grote, verbaasde ogen.
De tweeling sloeg als eerste toe. Er verscheen een rubberen schorpioen in de emmer met dweilwater. Nora bekeek hem aandachtig. « Indrukwekkend detail, » zei ze, terwijl ze hem teruggaf. « Maar angst heeft context nodig. Jullie zullen harder moeten werken. »
Ze staarden haar onrustig aan. Toen June in bed plaste, zei Nora niets, behalve: ‘Angst brengt het lichaam in de war. We zullen het rustig schoonmaken.’ June knikte, tranen wellen op maar vallen niet.
Ze bleef bij Ivy tijdens een paniekaanval en stelde haar gerust met zachte aanwijzingen totdat haar ademhaling kalmeerde. Ivy fluisterde: « Hoe weet je dit? »
‘Omdat iemand me ooit geholpen heeft,’ antwoordde Nora.
Weken verstreken. Het huis werd milder. De tweeling stopte met dingen kapotmaken en probeerde haar nu te imponeren. Brooke speelde weer piano, noot voor noot. Hazel keek van een afstand toe, een verantwoordelijkheid die te zwaar was voor haar leeftijd.
Jonathan begon steeds vroeger thuis te komen en bleef in de deuropening staan terwijl zijn dochters samen aten.
Op een avond vroeg hij: « Wat heb jij gedaan dat ik niet kon? »
‘Ik ben gebleven,’ zei Nora. ‘Ik heb hen niet gevraagd te genezen.’
De illusie werd verbroken de nacht dat Hazel een overdosis probeerde te nemen. Ambulances. Ziekenhuislichten. Jonathan barstte uiteindelijk in tranen uit, voorovergebogen in een plastic stoel, terwijl Nora naast hem zat, stil en aanwezig.
Daar begon de genezing.
Enkele maanden later studeerde Nora met onderscheiding af. De familie Whitaker zat op de eerste rij. Ter nagedachtenis aan Maribel openden ze een opvangcentrum voor rouwende kinderen.
Onder de bloeiende jacarandaboom nam Jonathan Nora’s hand.
Hazel sprak zachtjes. « Je hebt haar niet vervangen. Je hebt ons geholpen haar afwezigheid te overleven. »
Nora barstte in tranen uit. « Het is genoeg geweest. »
Het huis dat ooit iedereen had weggejaagd, werd weer een thuis. Verdriet bleef, maar de liefde bleef langer.