Ook zij was sprakeloos. Meer dan tien jaar waren verstreken, maar ze herkende die stem meteen. Het was Daniel, haar voormalige grote liefde en de vader die Marcos nooit had ontmoet.
Daniel nodigde hen binnen. Het appartement straalde rijkdom uit in elk detail: antiek, kunst en een piano bij het raam. Marcos durfde nauwelijks te bewegen. Anna hield de envelop stevig vast.

“Dit zat in mijn jaszak,” legde ze uit.
“Mijn zoon vond het in de prullenbak.”
Daniel keek haar aan, en zijn gezichtsuitdrukking mengde zich met schuldgevoel en verbazing.
« Het was geen afval, » verduidelijkte ze. « Ik handelde impulsief na een ruzie met mijn zakenpartner. Ik was van plan het geld te investeren, maar uit woede gooide ik het weg. »
Anna knikte, niet wetend wat ze moest zeggen. Daniels blik verzachtte.
« Ik kan niet geloven dat jij het bent. Ik dacht dat je verdwenen was. »
Meer dan tien jaar eerder waren Anna en Daniel hevig verliefd, gescheiden door misverstanden en familiedruk. Anna ontdekte al snel dat ze zwanger was en kon hem niet vinden.
Daniel keek Marcos aan en vroeg aarzelend: « Is hij…? »
Anna knikte. « Ja. Uw zoon. »