In zijn hart voelde hij zijn vrouw hem vanuit het hiernamaals leiden.
Bij zonsopgang nam hij het potje en de telefoon met de berichten mee naar de politie. Het onderzoek bracht de waarheid aan het licht: de neef van zijn vrouw had een complot gesmeed om zijn erfenis te stelen.
Op de dag van het proces stond hij met zijn dochter bij de ingang van het gerechtsgebouw. De lucht was blauw, met zacht bewegende witte wolken, alsof iemand van bovenaf glimlachte.
Hij fluisterde tegen de wind:
« Ik zal onze dochter opvoeden, ik zal de rest van de weg voor je afleggen. »
En in zijn hart hoorde hij haar stem, puur en vol liefde:
« Ik ben er nog steeds, voor altijd. »