-
Doe de gesneden aardappelen in een grote kom en giet er koud water over totdat ze helemaal onder staan.
-
Voeg de twee eetlepels azijn toe en meng even. De azijn helpt om de zetmeel te verwijderen en zorgt voor een extra knapperige buitenkant.
-
Laat de aardappelen minimaal 20 minuten in de koelkast weken. Een uur is ideaal. Hoe langer je ze laat weken, hoe krokanter de frietjes worden. Het water zal troebel worden door het zetmeel dat eruit trekt.
-
Haal de aardappelen uit het water en droog ze zo goed mogelijk af. Gebruik hiervoor een schone theedoek of keukenpapier. Hoe droger de aardappelen zijn, hoe beter ze zullen bakken.
-
Verhit de olie of het rundervet in een grote pan, frituurpan of wok tot ongeveer 150°C (300°F). Gebruik een keukenthermometer om de temperatuur te controleren. Het is belangrijk dat de olie niet te heet is, anders verbranden de frietjes aan de buitenkant en blijven ze rauw aan de binnenkant.
-
Frituur de aardappelen in porties gedurende ongeveer 5-7 minuten, tot ze zacht en licht goudbruin zijn. Haal ze uit de olie en laat ze uitlekken op keukenpapier.
-
Verhoog de temperatuur van de olie tot 190°C (375°F).
-
Frituur de aardappelen een tweede keer gedurende 2-3 minuten, tot ze goudbruin en knapperig zijn. Houd ze goed in de gaten, want ze kunnen snel verbranden.