Wanneer ons lichaam het begrijpt voordat ons bewustzijn het begrijpt.
Onderzoek dat in 2018 in Frontiers in Psychology werd gepubliceerd , toonde aan dat wij, net als het dierenrijk, een bijzondere gevoeligheid delen voor bepaalde chemische stoffen die vrijkomen bij de ontbinding van materie. In experimenten vertoonden vrijwilligers die werden blootgesteld aan stoffen zoals lijkstof (cadaverine) tekenen van angst en hyperwaakzaamheid… zonder dat ze rationeel konden verklaren waarom.
Ons lichaam wist het echter wel. Een stil alarm ging af, een overblijfsel van onze voorouderlijke overlevingsmechanismen die ons ertoe aanzetten om te vluchten uit potentieel gevaarlijke omgevingen.
Voelt onze neus het einde naderen?

Deze vraag, die grenst aan het mysterieuze , fascineert steeds meer zorgprofessionals. In palliatieve zorgunits beschrijven talloze verhalen momenten van « terminale helderziendheid »: patiënten in hun laatste levensfase die plotseling weer volledig bij bewustzijn komen, als een laatste geschenk van helderheid vlak voor hun overlijden.
Sommige onderzoekers veronderstellen dat dit fenomeen verband zou kunnen houden met een laatste activering van de zintuigen. De reukzin, die bijzonder gevoelig is, zou dan minuscule chemische veranderingen in het lichaam detecteren… en zo de hersenen signaleren dat er een grote verandering op handen is.
Een discreet maar krachtig alarm.
Zonder dat we ons er volledig van bewust zijn, lijkt ons lichaam in staat de eerste tekenen van de uiteindelijke overgang te detecteren. Niet op een verontrustende manier, maar als een subtiele waarneming die onze zintuigen registreren nog voordat ons verstand het kan bevatten. Een lichte verandering in de lucht, een ongewone sensatie op de huid, een ondefinieerbare geur… en onze psyche verschuift geleidelijk naar een staat van contemplatie, innerlijke rust of zelfs serene acceptatie.
Onze reukzin vertelt ons verhaal. Ze anticipeert op veranderingen, wekt begraven herinneringen op… en voelt misschien ook wel het laatste afscheid aan.