De artsen probeerden alles: behandelprotocollen aanpassen, specialisten inschakelen, aanvullende onderzoeken uitvoeren… maar de toestand van het kind bleef onveranderd. Beetje bij beetje begonnen ze de ouders voor te bereiden op het ergste en lieten ze tactvol doorschemeren dat een wonder onwaarschijnlijk was.

Zijn moeder sliep niet meer en zat dagenlang naast haar zoon, zijn kleine handje vasthoudend. Zijn vader bleef zwijgend, alsof hij bang was zijn gedachten te uiten. Zelfs de artsen, die gewoonlijk zo kalm waren, keken weg om hun wanhoop te verbergen. Alle hoop was verloren.
Maar er was één iemand die het niet geloofde. De hond van de jongen, een Duitse herder genaamd Rico, wachtte elke dag buiten het ziekenhuis. Zijn ouders kwamen en gingen, maar Rico bleef bij de deur zitten, zachtjes jankend, alsof hij smeekte om binnen gelaten te worden.
Het personeel verbood dieren op de intensive care, maar op een dag zag een verpleegster een hond zijn kop op de stenen drempel leggen en zijn ogen sluiten. Ze zei zachtjes tegen de dokter: « Hij lijdt ook. Laten we hem in ieder geval nog afscheid laten nemen… »
Toen Rico de kamer binnenkwam, schrok zijn moeder: ze had niet verwacht dat de dokters haar gerust zouden stellen. De hond liep langzaam naar het bed, ging op zijn achterpoten staan, plaatste voorzichtig zijn voorpoten op de rand en leunde naar de jongen toe.

Hij blafte noch jankte; hij keek hem alleen maar aan. Toen likte hij zachtjes over zijn kop, alsof hij hem wilde opwarmen, en klopte hij voorzichtig met zijn poten op zijn borst, alsof hij hem wilde laten weten hoeveel hij hem gemist had… en alsof hij afscheid nam.
En plotseling gaf de monitor, die de afgelopen dagen slechts regelmatige en nauwelijks waarneembare schommelingen had laten zien, een iets luider piepje. Moeder gilde het uit, denkend dat de situatie weer was verslechterd.
Maar de dokter verstijfde. Zijn hart sloeg iets sneller. Rico kwam dichterbij en streek met zijn neus langs de wang van het kind. Op dat moment bewoog de jongen zijn vingers nauwelijks.