Marina stond bij de trap, hield Leo dicht tegen zich aan en deed alsof ze de deken van de jongen rechtlegde, terwijl ze aandachtig naar elk woord luisterde.
‘Leo is je zoon,’ vervolgde Silvia,
‘maar biologisch gezien… niet helemaal.’
De wereld kantelde.
Tomás voelde het bloed uit zijn gezicht wegtrekken.
‘Wat zeg je?’
Silvia greep in haar tas en haalde er nog een envelop uit.
Medische documenten.
Data.
Handtekeningen.
Een naam die Tomás nog nooit eerder had gezien.
‘Clara heeft een donor gebruikt,’ zei Silvia.
‘Ze heeft het je nooit verteld omdat ze bang was.’
‘Waar ben je bang voor?’ snauwde Tomás.
“Dat je minder van hem zou houden.”
De woorden kwamen harder aan dan welk verraad ook.
DE JONGEN HEEFT ALLES GEHOORD
« Papa? »
Het zachte stemmetje deed iedereen verstijven.
Leo was wakker.
Met grote ogen.
Stille tranen rolden over zijn wangen.
“Ben ik… niet van jou?”
Tomás stak in twee stappen de kamer over en liet zich op zijn knieën vallen.
Hij nam het gezicht van zijn zoon in zijn handen.
‘Je bent van mij,’ zei hij, met een trillende stem.
‘Je bent van mij in alle opzichten die ertoe doen.’
‘Maar ik ben anders,’ fluisterde Leo.
Marina knielde naast hen neer.
‘Nee,’ zei ze vastberaden.
‘Jij bent uitverkoren .’
Leo keek haar aan.
Ze vervolgde haar verhaal met een vaste blik.
‘Je moeder wilde je zo graag dat ze ervoor vocht om je op de wereld te zetten.
Je vader vocht om je te beschermen.
En ik…’ haar stem verzachtte,
‘ik vecht elke dag om ervoor te zorgen dat je je nooit alleen voelt.’
De jongen drukte zijn voorhoofd tegen het hare.
‘Ga niet weg,’ fluisterde hij.
‘Ik ga nergens heen,’ zei Marina.
En dat meende ze.
DE DEFINITIEVE WAARHEID
Silvia stond op.
‘Er is meer,’ zei ze.
‘En dit is het moeilijkste deel.’
Tomás sloot zijn ogen.
‘Clara is niet per ongeluk overleden,’ vervolgde Silvia.
‘Het ongeluk was geen toeval.’
Tomás keek abrupt op.
« Wat? »
« Ze was bedreigd, » zei Silvia.
« Iemand wist wie de donor was.
Iemand wilde haar onder druk zetten. »
De kamer voelde kouder aan.
« En die persoon, » voegde Silvia eraan toe,
« heeft een connectie met Paola. »
Marina hield haar adem in.
Tomás stond langzaam op.
Woede verving de schok.
« WHO? »
Silvia keek hem recht in de ogen.
“Haar oom.
Een advocaat die gespecialiseerd was in het ‘laten verdwijnen van problemen’.”
De stukken passen eindelijk op hun plaats.
Paola’s timing.
Haar obsessie.