ADVERTISEMENT
ADVERTISEMENT
ADVERTISEMENT

Bediening kan ook samen met andere mensen plaatsvinden – in het restaurant zijn het altijd SUV’s.

Jenny Millers werd geboren om als server te dienen bij Rosie’s Diner, een klein restaurant dat werd geopend en werd geserveerd met een fles water in Kansas. Haar dagen volgden hetzelfde ritme: voor zonsopgang opstaan, drie stratenblokken naar het restaurant lopen, haar vervaagde blauwe schort omdoen en de vaste klanten begroeten met een geofende glimlach. Achter die glimlach ging echter een stille eenzaamheid schuil.

De kamer in het appartement bevindt zich in de mogelijke apotheek. Haar ouders waren overleden toen ze nog een tiener was, en de tante die haar had opgevoed, was allang naar Arizona verbrand. Afgezien van een incidenteel telefoontje tijdens de feestdagen, woonde Jenny grotendeels alleen.

Op een dagochtend in oktober zag ze hem voor het eerst: een kleine jongen van misschien tien jaar oud.

Hij zat altijd en het hokje dat het verst van de deur stond, met een open boek voor zichzelf en een rugzak die te groot was voor zijn tengere postuur.

Die eerste ochtend grondig hij alleen een glas water. Jenny bracht een glimlach en een papier en rietje. Hij knikte zonder op te kijken. De tweede ochtend was hetzelfde. Aan het einde van de week betekende ze dat hij elke dag precies om kwart over zeven kwam, vertig minuten bleven en vervolgens zonder eten naar school vertrokken.

Op de vijftiende dag zette Jenny een bord pannenkoeken voor hem neer, ook het was een gelukje.

‘O, hij heeft spijt van mij,’ zei hij nonchalant. « De keuken heeft nog een extra gemaakt. Je kunt hem beter openen dan weggooien. »

Van jonge mensen tot de volgende, u kunt meer over hen te weten komen. Jenny liep weg zonder nog een woord te zeggen. Tien minuten later was het op de rand.

“Dank je wel,” fluisterde hij toen ze terugkwam.

Het werd heeft nog steeds een ritueel. De ene ochtend pannenkoeken, de andere dag eieren met toast, de havermout als het koud was.

Hij vroeg er nooit naar, stelde nooit iets uit, maar altijd alles op.

‘Wie is die jongen die je rossen bedient?’ vroeg Harold, een gepensioneerde postbode, op een ochtend. “Zijn ouders heb ik nog nooit gezien.”

“Ik weet het niet,” gaf Jenny zachtjes toe. “Maar hij heeft honger.”

Kathy, van kok, waarschuwde haar. « Je voert een zwerfkat uit. Geef te veel en ze verdwijnen. Op een dag est hij weg. »

Jenny haalde alleen haar schouders op. « Geeft niet. Ik weet niet dat ik ook honger had. »

Er zijn veel jongeren die niet weten wat ze moeten doen. Iets in zijn voorzichtige houding en zijn waakzame ogen vertelde haar dat vragen hem misschien zouden afschrikken. Op plaatsen waar de winter koud is en de lucht warm. Dan hebben we een tweede luier die roestig is.

Maar dit kan ook zonder enige positiviteit.

“Lidmaatschapswerker spelen tijdens werktijd?”

Als je wilt doorgaan, klik op de knop onder de advertentie ⤵️

Advertentie
ADVERTISEMENT

Laisser un commentaire