-
Bereid het bladerdeeg voor: Rol het bladerdeeg uit op een schoon oppervlak. Gebruik een pizzasnijder of scherp mes om het bladerdeeg in repen te snijden. De repen moeten ongeveer 2-3 cm breed zijn.
-
Vorm de appelbloemen: Wikkel de repen bladerdeeg rond de appelschijfjes, zodat je een bloemvorm krijgt. Begin met het overlappen van de eerste reep over de helft van het appelschijfje, en ga zo door tot het hele schijfje bedekt is. Je kunt de repen bladerdeeg eventueel vastplakken met een beetje water.
-
Plaats de gebakjes op de bakplaat: Leg de bladerdeegbloemen op een bakplaat bekleed met bakpapier. Zorg ervoor dat er voldoende ruimte is tussen de gebakjes.
-
Bestrijk en bestrooi: Klop het ei los met een vork. Bestrijk elk gebakje met het losgeklopte ei en bestrooi met kristalsuiker. Het ei zorgt voor een mooie glanzende kleur en de suiker karamelliseert tijdens het bakken.
-
Bakken: Bak in een voorverwarmde oven op 200°C gedurende ongeveer 20 minuten, of tot het bladerdeeg goudbruin en knapperig is. De baktijd kan variëren, afhankelijk van je oven. Houd de gebakjes goed in de gaten, want ze kunnen snel verbranden.
-
Garneren: Bestrooi de appelgebakjes voor het serveren met poedersuiker. Dit geeft ze een extra feestelijke uitstraling.
-
Serveren: Serveer de appelgebakjes en geniet ervan terwijl ze nog warm zijn. Ze zijn heerlijk op zichzelf, of met een bolletje vanille-ijs, een toef slagroom of een lepeltje appelcompote.
Eet smakelijk!
