Een overblijfsel uit het verleden stond eenzaam en stil op de zolder van een bijna honderd jaar oud huis, begraven onder lagen stof en vergeten bezittingen. Het was een zware houten kist, degelijk en verweerd, maar desalniettemin standvastig in de tand des tijds. Dit was geen gewoon meubelstuk; het was een ijskast, een herinnering aan een tijd waarin het vers houden van voedsel arbeid, geduld en een constante aanvoer van ijs vereiste.
De nieuwe eigenaresse van het huis, de achterkleindochter van de oorspronkelijke bouwer, was gefascineerd door dit relikwie. Ze bekeek niet alleen antieke apparatuur terwijl ze het stof wegveegde en het zware deksel optilde; ze dompelde zich onder in het verleden.
Dit gaf een inkijkje in een tijd vóór de uitvinding van de koelkast.
Voordat de moderne koelkasten hun intrede deden in elk huishouden, waren ijskasten onmisbaar. Ze waren essentieel voor het bewaren van voedsel in het begin van de twintigste eeuw. Mannen met sterke ruggen bezorgden vaak ijs, waarbij ze enorme ijsblokken van karren naar de huizen van gezinnen sjouwden. Deze blokken werden in de ijskast geplaatst om te voorkomen dat melk, vlees en groenten voortijdig bederven.