Lang voordat het gezoem van een elektrisch strijkijzer bestond, was het houtskoolstrijkijzer – ook wel kolenstrijkijzer of zelfverwarmend strijkijzer genoemd – een wonder van 19e-eeuwse vindingrijkheid. Dit gietijzeren werkpaard, dat in huizen en wasserijen in heel Europa, Amerika en daarbuiten werd gebruikt, bracht orde in gekreukte lakens zonder ook maar één snoer of stopcontact.
In tegenstelling tot de zware strijkijzers die constant opnieuw moesten worden opgewarmd, genereerde het houtskoolstrijkijzer zijn eigen constante warmte – dankzij gloeiende kolen die in het strijkijzer zelf werden geplaatst. Het was draagbaar, praktisch en verrassend efficiënt voor die tijd.
Laten we dit fascinerende stukje huiselijke geschiedenis eens van dichterbij bekijken – en hoe het vuur omtoverde tot keurige kragen en gladde lakens.