Toen ik 18 werd, gaf mijn oma me een rood vestje –
handgebreid, eenvoudig en niet duur.
Ik glimlachte en zei: « Bedankt. » Dat was het.
Ze stierf een paar weken later.
Ik heb het nooit gedragen.
Vijftien jaar gingen voorbij.
Gisteren vond mijn 15-jarige dochter het in een doos en zei:
« Mag ik het passen? »
Zodra ze haar hand in haar zak stak, verstijfden we.
Er lag een klein, opgevouwen envelopje – met mijn naam erop.
Toen ik het opendeed, bonkte mijn hart.
Er zat een briefje in haar trillende handschrift: Mijn adem stokte toen ik mijn adem inhield. Ik voelde me opeens weer 18, te jong om te beseffen hoe liefde eruitziet als het niet glanzend of duur is.
Mijn dochter keek me nieuwsgierig aan toen ik de envelop opende, en er zat een simpel briefje in: « Liefje, ik heb hier de hele winter aan gewerkt. Elke steek bevat een wens voor jouw geluk. Ooit zul je de waarde van simpele liefde begrijpen. »