Het ziekenhuis was die ochtend druk, met mensen die druk bezig waren met het invullen van formulieren. Mijn vrouw had een afspraak voor bloed- en urineonderzoek. Toen ze de spreekkamer binnenkwam, wachtte ik buiten. Mijn hart bonsde in mijn keel, ik begreep niet waarom ik die dag zo nerveus was.
Zo’n tien minuten later kwam de dienstdoende arts – een man van middelbare leeftijd met een kalm gezicht – naar buiten en riep me. Ik stond snel op, denkend dat hij misschien meer informatie nodig had over de medische geschiedenis van mijn vrouw. Maar plotseling boog hij zich naar me toe, verlaagde zijn stem en fluisterde in mijn oor:
« Meneer… wilt u alstublieft onmiddellijk de politie bellen? »