Ik stond bij de grill en was bezig met het omdraaien van de maïskolf, toen mijn telefoon trilde. Onbekend nummer.
« Ga nu weg. Praat met niemand. »
Advertentie
Eerst dacht ik dat het een grap was. Het was een zonnige zondagmiddag, de tuin was vol gelach en de geur van barbecue hing in de lucht. Mijn zoon Robert bakte hamburgers, mijn schoondochter Amanda maakte salades en de kleinkinderen schreeuwden naar elkaar met waterpistolen. Er leek niets aan de hand – behalve die tekst.
Voordat ik er goed over na kon denken, liep Amanda naar me toe, met een glas wijn in haar hand en een gespannen glimlach.
« Lucia, we moeten praten, » zei ze, terwijl ze haar zonnebril liet zakken. « Robert en ik denken dat je de kinderen een dubbel gevoel geeft. Je hebt Emma verteld dat het goed is om aarde te eten, dat ‘het de weerstand verhoogt’. Dat soort gepraat ondermijnt de structuur die we thuis proberen te creëren. »
Haar toon was honingzoet, maar haar ogen stonden ijzig. Ze sprak tegen me als een manager die een junior medewerker de huid vol scheldt.
Ik forceerde een beleefde glimlach. « Amanda, ik bedoelde er niets mee. Het was gewoon… » »
Ik weet het zeker, » onderbrak ze me, « maar we hebben je nodig om je aan onze vastgestelde protocollen te houden. »
Advertentie
“Protocollen.” Alsof er een handleiding voor de liefde bestaat.
Mijn telefoon trilde opnieuw. Hetzelfde nummer.
« Ga NU weg. »
Dit keer in hoofdletters. Mijn hartslag ging tekeer.
Ik keek om me heen. De kinderen lachten. Robert was afgeleid. Amanda nipte aan haar wijn. Alles leek normaal – té normaal.
« Pardon, » fluisterde ik. « Ik moet dit even opnemen. »
Ik liep naar de zijpoort en deed alsof ik een telefoontje aannam. Mijn handen trilden terwijl ik naar het scherm staarde. Er kwam weer een bericht binnen:
« Waarschuw niemand. Ga naar je auto. »