Zilvervisjes zijn primitieve insecten zonder vleugels, waarvan de voorouders niet konden vliegen. In tegenstelling tot veel vergelijkbare insecten kunnen zilvervisjes bijna overal leven waar mensen zijn!
Zilvervisjes hebben een hoge luchtvochtigheid (75 tot 97%) en een normale kamertemperatuur nodig. Ze kunnen zich voeden met een breed scala aan voedingsmiddelen, waaronder cellulose, chitine en zetmeel, en kunnen dus alles eten, van lijm tot boeken. Dit maakt ze tot alleseters die zich goed kunnen aanpassen aan verschillende omgevingen.
Bovendien zijn zilvervisjes verrassend robuust. Hun kleine lichaam, tot 2 cm lang, is bedekt met zilveren schubben die gemakkelijk afvallen bij aanraking, waardoor zilvervisjes kunnen ontsnappen aan webben en roofdieren. Dit afweermechanisme stelt ze in staat om te overleven in een omgeving waar ze constant worden bedreigd.